Tegengas Dégaze verzet zich tegen de uitbreiding van fossiel gas en kenenergie in Belgie. Zowel fossiel gas als kernenergie zijn gevaarlijke, achterhaalde en ondemocratische energievormen. Ze zijn de drijvende kracht achter een oneerlijk en destructief economisch systeem. Het is tijd om te kiezen voor klimaatrechtvaardigheid. Alleen zo kunnen we een eerlijke transitie maken naar een energiezuinige samenleving die de noden van allen beantwoordt binnen de grenzen van onze planeet.
Daarom eisen we:
1. Een volledige en onvoorwaardelijke kernuitstap in 2025
Een levensduurverlenging van de kernreactoren Doel 4 en Tihange 3 na de geplande sluiting in 2025 is niet alleen praktisch onhaalbaar, maar ook onwenselijk. We keren ons tegen kernenergie omdat het ondemocratisch is de energieproductie in de handen van slechts een aantal machtige spelers te houden, in plaats van collectief te beheren. Er is altijd het risico op een kernramp en er zal nooit een volledig veilige oplossing zijn voor het radioactieve afval. Kernenergie is bovendien allerminst een hernieuwbare energiebron door de voortdurende afhankelijkheid van uraniummijnbouw. Neo-koloniale aanvoerketens van uranium veroorzaken onaanvaardbare schade aan gemarginaliseerde gemeenschappen in het globale Zuiden.
2. Een einde aan subsidies voor fossiele infrastructuur
Engie-Electrabel is nu al het meest vervuilende bedrijf in België. Toch krijgt Engie bijna €1 miljard (!) subsidie voor de bouw van twee nieuwe fossiele gascentrales. De vervuiler wordt dus betaald om nog verder te vervuilen. Dat is niet alleen volslagen oneerlijk, het is absurd. Huishoudens worden gedwongen om mee te betalen aan de bouw van Engie’s gascentrales en zullen in de toekomst ook nog eens opgezadeld worden met belachelijk hoge electricteitsprijzen zoals de winter van 2022 laat zien.
Tijdens COP26 is afgesproken dat subsidies voor fossiele brandstoffen moeten worden uitgefaseerd, en niet uitgebreid. Of zoals Greta het zegt: “Alles minder dan het onmiddellijk stoppen van investeringen in de fossiele brandstofindustrie is een verraad van het leven zelf.”
3. Een halt aan de bouw van nieuwe, fossiele gascentrales
De kolonisatie van de atmosfeer moet stoppen. Om binnen een rechtvaardig en realistisch koolstofbudget voor 1,5°C opwarming te blijven moeten landen als Belgie uiterlijk over 10 jaar zo goed als al haar emissies hebben teruggebracht tot nul. De wetenschap is glashelder: nu nog nieuwe fossiele gascentrales bouwen, met een levensduur van minimaal 25 jaar, zet ons muurvast op het pad richting verdere klimaatontwrichting.
Deze gascentrales worden bovendien gepland in regio’s die in het verleden al buitensporig te lijden hebben gehad onder water- en luchtvervuiling. De uitstoot van stikstofoxiden (NOx) en ammoniak zal de slechte luchtkwaliteit en de overmatige stikstofdepositie in de getroffen gebieden nog verder verslechteren, zoals rond Vilvoorde en in de Maasvallei rond Luik.
4. Een sociaal rechtvaardige transitie naar een welvarende, lage-energie samenleving
Genoeg is genoeg. We strijden voor een samenleving die significant minder energie verbruikt. Een goed leven voor allen is zo mogelijk binnen de grenzen van de planeet. Nieuwe fossiele gascentrales én een levensduurverlenging van kerncentrales worden hiermee overbodig.
De beste kansen om de klimaatcrisis een halt toe te roepen, schuilt in scenario’s die uitgaan van een lage energievraag, waarbij overmatig energieverbruik van destructieve industriële activiteiten en onnodige overconsumptie teruggebracht worden. De goedkoopste en schoonste energie is namelijk de energie die we niet hoeven opwekken en verbruiken.
De vraag naar energie terugbrengen én sociale gelijkheid en levenskwaliteit bevorderen voor iedereen; dat kan met een doortastend en sociaal rechtvaardig klimaatbeleid. We hebben een hernieuwbaar en betaalbaar energiesysteem nodig, beheerd als een gezamenlijk goed. Dat dient te voorzien in reële sociale noden, eerder dan eindeloos winstbejag na te streven. Verder zijn er afdwingbare limieten nodig op het (piek- en totale) energieverbruik van energie-intensieve en milieubelastende sectoren van de industrie. Dit dient hand in hand te gaan met goed onderhandelde sociale compensaties zoals arbeidsduurvermindering en meer betaald verlof. In plaats van energie-intensief beleid te voeren voor gepriviligeerden, zoals het subsidiëren van individuele, elektrische salariswagens, moeten we werk maken van laag-energetische Universele Basisvoorzieningen, zoals goed geïsoleerde, betaalbare woningen en een versterkt openbaar vervoer.